Over waarom ik enkele maanden stilte inlas.
Ik ben een
zoeker. Aan de binnenkant van mijn schedel tast ik voorzichtig naar
nieuwe gedachten, indrukken en vonken. In een mentale ruimte die zo
groot kan zijn als het universum zelf, kan ik wandelen over uitgestrekte
heuvels waar het enige wat het wit van de sneeuw het wit van de mist
onderscheidt, mijn zelfschets is. Het verlangen om de wereld in me op te
nemen is nooit groter geweest dan het verlangen om zelf een wereld te
maken en daarin weg te zinken. Vandaar dat ik als kind gefascineerd voor
tv zat voor de reeks 'Odyssey', waar een jongen in coma door zijn eigen
droomwereld wandelde, of hoe 'The Cell' de binnenwereld van de geest in
hevige kleuren en met symbolisch spektakel tot leven bracht.
En
nu, nu het jaar al een paar dagen oud is, zit ik opnieuw neer in de
zetel en denk ik na. In de beste traditie van het boeddhisme probeer ik
bewust om geen demarcatielijnen te trekken over datums en
gebeurtenissen. Ik hoef geen synthese te puren uit de opeenstapeling van
feiten die ik geleefd heb en de daden die ik gesteld heb. Want niet
alles daarvan is fraai, laat staan dat het dingen waren waar ik naar
uitgekeken had. Maar dat is niet per se slecht. Ik had ook niet gedacht
dat ik in 2015 zo veel ging lezen of dat ik tegen het einde van het jaar
mijn liefde voor film zou herontdekken. Dat mooie muziek me dieper kan
beroeren dan ooit en dat ik het minder belangrijk vind dan ik gedacht
had om op weinig podia te staan.
M'n ogen glijden af naar de
kleine kerstboom op de salontafel, die verstikt is in slingers licht,
compacte kerstballen en nepvogels. Hij is lelijk maar hij is prachtig,
dat trots stuk kitsch temidden van m'n tijdelijke woonkamer waar de
meubels te dicht op elkaar staan, de vloer een vuilmagneet van vinyl is
en één van m'n gordijnen permanent scheef hangt. Maar het is de kamer
die ik nu bewoon waar het lichaam in zit dat zichzelf bewoont en dat is
belangrijk om geen enkele andere reden dan dat het er voor niemand meer
zal toe doen dan voor mij.
Bij de kerstboom staan twee
ruw-porseleinen ijsberen, een geschenk van mijn ouders toen ik begon te
avonturieren in bijberoep en die nu goed passen bij de stilte die hier
heerst. Die stilte mag nog even aanhouden. Voor het jaar dat voor de
deur staat, ben ik van plan niet te veel woorden te verspillen op papier
of wat daar digitaal voor doorgaat. Dat is niet omdat ik niets te
zeggen heb, maar omdat ik me wil kunnen focussen op wat er nog meer toe
doet.
Het is geen geheim dat ik een warme fascinatie koester voor
oorden als Antarctica, de Sahara, Groenland, Mars en de ruimte.
Misschien is het een chronisch geval van het gras dat groener is aan de
overkant. Als ik daar had gezeten, dan zou het drukbevolkte België me
misschien veel meer aanspreken. Maar opnieuw: het draait om ruimte, of
beter, om vorm en leegte. Ik wil de komende maanden niet de druk voelen
om toch maar weer iets online te zetten, gedachten te delen met de
wereld of om mee te racen voor aandacht.
Ik sluit niet uit dat ik
zo nu en dan de digitale stilte doorbreek maar ik blijf hier voorlopig
nog even zitten in deze zetel, terwijl dag langzaam avond wordt, de
lichtjes van de kerstboom feller worden en m'n gordijnen nog altijd
scheef hangen.