Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

vrijdag 8 januari 2016

Absolutie

Over waarom ik enkele maanden stilte inlas.

Ik ben een zoeker. Aan de binnenkant van mijn schedel tast ik voorzichtig naar nieuwe gedachten, indrukken en vonken. In een mentale ruimte die zo groot kan zijn als het universum zelf, kan ik wandelen over uitgestrekte heuvels waar het enige wat het wit van de sneeuw het wit van de mist onderscheidt, mijn zelfschets is. Het verlangen om de wereld in me op te nemen is nooit groter geweest dan het verlangen om zelf een wereld te maken en daarin weg te zinken. Vandaar dat ik als kind gefascineerd voor tv zat voor de reeks 'Odyssey', waar een jongen in coma door zijn eigen droomwereld wandelde, of hoe 'The Cell' de binnenwereld van de geest in hevige kleuren en met symbolisch spektakel tot leven bracht.

En nu, nu het jaar al een paar dagen oud is, zit ik opnieuw neer in de zetel en denk ik na. In de beste traditie van het boeddhisme probeer ik bewust om geen demarcatielijnen te trekken over datums en gebeurtenissen. Ik hoef geen synthese te puren uit de opeenstapeling van feiten die ik geleefd heb en de daden die ik gesteld heb. Want niet alles daarvan is fraai, laat staan dat het dingen waren waar ik naar uitgekeken had. Maar dat is niet per se slecht. Ik had ook niet gedacht dat ik in 2015 zo veel ging lezen of dat ik tegen het einde van het jaar mijn liefde voor film zou herontdekken. Dat mooie muziek me dieper kan beroeren dan ooit en dat ik het minder belangrijk vind dan ik gedacht had om op weinig podia te staan.

M'n ogen glijden af naar de kleine kerstboom op de salontafel, die verstikt is in slingers licht, compacte kerstballen en nepvogels. Hij is lelijk maar hij is prachtig, dat trots stuk kitsch temidden van m'n tijdelijke woonkamer waar de meubels te dicht op elkaar staan, de vloer een vuilmagneet van vinyl is en één van m'n gordijnen permanent scheef hangt. Maar het is de kamer die ik nu bewoon waar het lichaam in zit dat zichzelf bewoont en dat is belangrijk om geen enkele andere reden dan dat het er voor niemand meer zal toe doen dan voor mij.

Bij de kerstboom staan twee ruw-porseleinen ijsberen, een geschenk van mijn ouders toen ik begon te avonturieren in bijberoep en die nu goed passen bij de stilte die hier heerst. Die stilte mag nog even aanhouden. Voor het jaar dat voor de deur staat, ben ik van plan niet te veel woorden te verspillen op papier of wat daar digitaal voor doorgaat. Dat is niet omdat ik niets te zeggen heb, maar omdat ik me wil kunnen focussen op wat er nog meer toe doet.

Het is geen geheim dat ik een warme fascinatie koester voor oorden als Antarctica, de Sahara, Groenland, Mars en de ruimte. Misschien is het een chronisch geval van het gras dat groener is aan de overkant. Als ik daar had gezeten, dan zou het drukbevolkte België me misschien veel meer aanspreken. Maar opnieuw: het draait om ruimte, of beter, om vorm en leegte. Ik wil de komende maanden niet de druk voelen om toch maar weer iets online te zetten, gedachten te delen met de wereld of om mee te racen voor aandacht.

Ik sluit niet uit dat ik zo nu en dan de digitale stilte doorbreek maar ik blijf hier voorlopig nog even zitten in deze zetel, terwijl dag langzaam avond wordt, de lichtjes van de kerstboom feller worden en m'n gordijnen nog altijd scheef hangen.